Sociale fraude in België wordt steeds minder aanvaard bij de bevolking: “Door sociale fraude aan te pakken, beschermen we de koopkracht van de mensen”
Sociale fraude (uitkeringsfraude, domiciliefraude, zwartwerk op grote schaal, sociale dumping…) wordt steeds minder aanvaard bij de algemene bevolking. Dat blijkt uit een nieuwe studie die uitgevoerd is door onderzoeksbureau Profacts in opdracht van de SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst). Bijna de helft (48%) van de Belgen vindt dat systematisch zwartwerk niet meer kan tegenover 42 procent in 2022, bij de vorige studie. Opvallend is dat ondernemers net wél toleranter zijn geworden op vlak van zwartwerk op grote schaal: 22 procent ten opzichte van 13 procent in 2022. “Sociale fraude en sociale dumping zijn een ramp voor onze sociale zekerheid. Ze verhinderen een goed functionerende arbeidsmarkt en verstoren de economie door oneerlijke concurrentie. Door misbruik van het sociale zekerheidssysteem aan te pakken beschermen we de koopkracht van de mensen”, zegt minister Beenders.
Daarom investeert de minister de komende legislatuur fors in socialefraudebestrijding. “In tijden waarin we het land budgettair terug op orde willen krijgen en we inspanningen vragen van iedereen, is het belangrijk dat malafide ondernemingen en mensen die misbruik maken van het sociale zekerheidssysteem aangepakt worden. Misbruik maken van overheidsmiddelen is ontoelaatbaar en moet op een gecoördineerde en gestructureerde manier aangepakt worden. Als minister pleit ik voor gerichte controles, verhoog ik de pakkans en zet ik verder in op meer bekendheid van het meldpunt eerlijke concurrentie, om nog meer efficiënte controles te organiseren.”
Er zal ook extra geïnvesteerd worden in de sociale inspectiediensten, zowel in personeel als in technologie. De inspectiediensten spelen immers een cruciale rol in fraudebestrijding maar ondersteunen bijvoorbeeld ook bij het innen van sociale bijdragen of het garanderen van sociale rechten. Detectie is cruciaal.
Het Meldpunt eerlijke concurrentie groeit aan bekendheid. In 2024 kwamen er 7.231 meldingen binnen. Dit meldpunt, dat burgers, bedrijven en sociale partners toelaat om vermoedens van sociale fraude te melden, wordt in 2025 grondig vernieuwd. Via gerichte vragen kunnen burgers en ondernemers sneller en efficiënter de juiste informatie aanleveren. Zo maken we het makkelijker om misbruik te signaleren én sneller op te treden.
De vernieuwde aanpak in het beleid van de strijd tegen sociale fraude toont al de eerste resultaten. In het eerste kwartaal van 2025 brachten de acties al bijna 2% meer op dan hetzelfde kwartaal van vorig jaar. In totaal goed voor bijna 100 miljoen euro (97,8). De grootste hap kwam uit fraude met sociale zekerheidsbijdragen (28,3 miljoen euro), gevolgd door domiciliefraude (8,7 miljoen euro), verboden cumul van uitkeringen (3,8 miljoen euro), arbeidsuitbuiting (2,2 miljoen euro) en misbruik van tijdelijke werkloosheid (1,2 miljoen euro). “Tegen 2029 moet de strijd tegen sociale fraude 600 miljoen euro opbrengen”, vult minister Beenders aan.
Hoe denken de Belgen over sociale fraude?
De nieuwste perceptiemeeting van de SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), uitgevoerd door onderzoeksbureau Profacts, toont aan dat de houding tegenover sociale fraude in België evolueert. Terwijl burgers kritischer worden, groeit bij ondernemers de tolerantie voor bepaalde vormen van fraude. De studie bevroeg 1.501 burgers, 735 ondernemers en zelfstandigen, en 332 sociale inspecteurs.
Belangrijkste cijfers
- Evolutie pakkans: 26% van de burgers vindt dat de kans dat een burger betrapt wordt op zwartwerk hoog is. In 2022 was dit 11%. 36% van de ondernemingen vindt dat de kans dat een burger betrapt wordt op zwartwerk hoog is. In 2022 was dit 16%.
- Impact van fraude:
- 59% van de burgers vindt dat zwartwerk leidt tot oneerlijke concurrentie (2022: 69%).
- 67% van de ondernemers vindt dat zwartwerk de sociale zekerheid bedreigt (2022: 84%).
- Vertrouwen in beleid: 47% van de ondernemers is tevreden over het laatste sociale controlebezoek (2022: 32%).
Belangrijkste bevindingen
- Perceptie van pakkans blijft laag: Zowel burgers als ondernemers geven aan dat de lage kans op betrapping en sanctionering een belangrijke oorzaak is van sociale fraude. Toch is het vertrouwen in de detectie en meldingskansen gestegen.
- Beperkte kennis van sancties: Slechts één op vijf burgers en één op drie ondernemers is op de hoogte van de mogelijke sancties bij sociale fraude. Van de ondernemingen die aangeven op de hoogte te zijn, vindt een meerderheid van de ondernemers de huidige sancties voldoende streng maar niet voor sociale dumping.
- Beleid positiever geëvalueerd: In vergelijking met 2022 wordt het beleid rond sociale fraude beter beoordeeld. Meer burgers en ondernemers zijn tevreden over het aantal controles en hebben meer vertrouwen in de sociale inspectiediensten en de federale overheid.
- Werking sociale inspectiediensten: De algemene tevredenheid van ondernemers over sociale controles is toegenomen. Ook is er een groeiend aantal ondernemers die vinden dat de sociaal inspecteurs de wetgeving eenvormig en gelijk toepassen. Ondernemers geven verder aan dat de inspecteurs zich meer focussen op wettelijke overtredingen dan louter administratieve fouten.
- Impact van sociale fraude: We merken een dalende bewustwording bij burgers en ondernemers t.a.v. de impact van sociale fraude.
“Wie fraudeert, steelt de middelen van diegenen die er echt recht op hebben. Als minister vind ik het cruciaal dat iedereen correct bijdraagt en uitkeringen, hulp en steun alleen wordt gegeven aan de mensen die het nodig hebben én er recht op hebben”, voegt minister Beenders toe.
“Ik zal daarom de komende jaren gerichte maatregelen nemen om sociale fraude, systematisch zwartwerk, en sociale dumping te voorkomen en te bestrijden. Naast extra controles zal ik ook meer inzetten op duidelijke en transparante regelgeving, communicatie en sensibilisering, want een performant beleid tegen sociale fraude begint bij het voorkomen ervan. Alleen zo beschermen we de koopkracht van onze mensen”, aldus minister Rob Beenders.
In Limburg werden in de eerste helft van dit jaar ondertussen al bijna 900 gemeenschappelijke controles verricht. Deze vonden vooral plaats in de sector Bouw en Horeca maar ook de sector van de schoonheidszorgen werd gecontroleerd. Eén op de drie van de controles was positief. Er werden vooral systematische inbreuken op zwartwerk vastgesteld. Deze cijfers bevestigen de nood aan een multidisciplinaire aanpak binnen de verschillende sectoren en met de verschillende inspectiediensten. We zitten dan ook op schema om de voorziene doelstellingen te halen.